Op vrijdagavond hebben we kort telefonisch contact, haar broer en ik. Haar plotselinge dood maakt dat hij, mede namens het gezin van zijn zus, ineens informatie moet inwinnen bij een uitvaartonderneming. Ik probeer hen hier zo goed mogelijk van te voorzien. Ze hebben even tijd nodig om alles te laten bezinken. Die avond blijft het stil.
De volgende ochtend belt haar echtgenoot terug en vraagt of ik bij hen langs wil komen. Een poosje later schuif ik aan en maak ik kennis met haar gezin. Ze zitten er ogenschijnlijk rustig bij. Voorzichtig probeer ik wat meer helderheid te krijgen over wat hen zo kortgeleden is overkomen. Ze nemen me mee in hun heftige verhaal en ik luister. Ik ben alert, afscheid nemen heeft altijd enorme impact maar de ervaring leert dat een plotseling verlies vaak nog wat extra vraagt. Het denken vertraagd en de realiteit dringt maar langzaam door.
We praten met elkaar over de uitvaartwensen en ik merk dat er behoefte is veel zelf te doen. Dat juich ik altijd van harte toe maar gezien de situatie is dat nu ook wel spannend. Kunnen ze dat ook aan? Aangezien ik ervan overtuigd ben dat de gewenste eigen inbreng uiteindelijk positief bij zal dragen aan hun rouwproces geef ik hen die ruimte en mijn vertrouwen graag.
We nemen ruim de tijd om een passende locatie voor het afscheid en de condoleance te vinden en het ontwerp van de kaart neemt het gezin voor een groot deel zelf voor hun rekening. En over de kist was geen twijfel mogelijk, die timmert hij zelf voor zijn vrouw.
En al voelde ik diep van binnen soms onrust of alles op het gewenste tijdstip af zou zijn, dat weegt niet op tegen de momenten waarop ik ondanks het verdriet die glimlach of stralende ogen zag die de goede keuzes bevestigden.