De telefoon gaat lang over als Jan naar huis belt. Zijn vrouw Thea neemt niet op. Vreemd, want ze heeft hem kort daarvoor nog gebeld. Als ze vervolgens weer niet opneemt belt hij hun dochter die vlakbij woont. Vanaf dat moment wordt het nooit meer hetzelfde.
Thuis aangekomen treft Jan nog net de ambulancemedewerkers, ze hebben hun best gedaan Thea te redden maar een acute hartstilstand is haar fataal geworden. Het leven van Jan en zijn kinderen staat ineens op zijn kop. Ontreddering, ongeloof en verdriet overheersen. Het is moeilijk om vanuit dat gevoel over te moeten gaan tot handelen en regelen. Ik geef tijd en ruimte om te luisteren naar wat er die dag is gebeurd en wat het gezin verder wil delen. We houden het bij wat echt prioriteit heeft, al het andere schuiven we door naar een ander moment.
De wens is dat Thea thuisblijft, op hun eigen slaapkamer. Dat gaan we in orde maken en we starten met het verzorgen van Thea. Haar dochters lopen in en uit en ik heb het gevoel dat dochter Anne me iets wil vragen. Dat blijkt te kloppen, schoorvoetend vertelt ze dat ze geschrokken is van verkleuringen die ze ziet in haar moeders gezicht. Ze heeft het goed gezien en helaas komt dit bij een plotselinge dood vaker voor. Ik vertel Anne dat we iemand kunnen inschakelen om dit te verhelpen. We bellen Annegien, zij is gespecialiseerd in het aanbrengen van zogenaamde postmortale make-up. Annegien is in staat het verschil te maken tussen wel of geen fysiek afscheid kunnen nemen.
Als ik Anne de volgende dag spreek zie ik blijdschap en ontroering in haar ogen als ze me vertelt over hoe prachtig haar moeder eruitziet na het bezoek van Annegien. Mijn hart maakt een bescheiden sprongetje op het moment dat ik me realiseer hoe waardevol kennis en goede samenwerking zijn.