Het is bijna donker en enigszins mistig, ik moet even zoeken om het goede huis te vinden. De voordeur zie ik niet maar voordat ik kan aankloppen gaat de achterdeur al open en lopen twee hondjes me tegemoet. “Ah daar ben je, wij hadden elkaar aan de telefoon, kom maar verder”. Ik kijk in het vriendelijke gezicht van Els. Een uur geleden belde ze me met de vraag of ik naar haar toe wil komen omdat haar man Hessel plotseling is overleden.
Binnen brandt de houtkachel, aan de keukentafel praten we eerst een tijdje over wat er allemaal gebeurd is. Hessel hoorde drie weken geleden dat hij niet meer beter zou worden. Hij koos voor behandeling om zo nog wat extra tijd te hebben met zijn Els. Het loopt echter anders, nog voor de eerste behandeling start overlijdt hij vandaag uit het niets. Een enorme schok.
Els wil graag dat Hessel opgebaard wordt in het rouwcentrum even verderop. Dat is geen enkel probleem. Voordat we Hessel daar naartoe brengen verzorgen we hem in zijn eigen vertrouwde omgeving. Als we naar de slaapkamer lopen scharrelen de hondjes achter ons aan. Els roept ze en kijkt me vragend aan. Ik geef aan dat de honden er gerust bij mogen blijven. Zij voelen vaak heel goed aan dat er iets bijzonders aan de hand is.
Els is opgelucht dat ze erbij kunnen zijn. De honden houden goed in de gaten wat er allemaal gebeurt. Ze komen regelmatig even snuffelen. Als Hessel helemaal verzorgd is geven we ze alle ruimte en beide springen op het bed. Ze duwen hun neusjes tegen Hessels kin alsof ze hem willen wekken. Uiteindelijk gaan ze liggen, elk aan een kant met hun koppies op Hessels been. Even tegen de baas aan liggen voor hij voorgoed vertrekt.
Een ontroerend moment….