Het belang van taal is niet in woorden uit te drukken....
Het is maandagochtend als ik mijn laptop opensla. Ik begin de dag maar eens met het lezen van mijn mail. Als eerste lees ik het mailtje van Attie, schrijfster en vertelster van levensverhalen. Ze complimenteert me met mijn voorgaande column over het afscheid waar zij als spreekster bij betrokken was. Het verhaal met als titel ‘Eigenheid’ vertelt over de grote mate van eigen inbreng die de naasten van Cor hadden bij zijn afscheid. Naast dit mooie compliment wil Attie me erop attenderen dat streektaal of dialect die rol ook kan hebben bij een afscheid. Dit ben ik helemaal met haar eens.
Voor mij is het vanzelfsprekend dat die ruimte er altijd is. In mijn werk als uitvaartbegeleidster zal ik steeds opnieuw afstemmen. Ik denk mee, ik kijk mee en vraag mezelf af bij wie ben ik, wat is hier nodig en wat zou hier kunnen passen? Tijdens de gesprekken samen leer ik stapje voor stapje wat er toe doet voor de overledene en de naasten. Taal kan absoluut zo’n gespreksonderwerp zijn.
Zelf kan ik de taal en dialecten in mijn regio meestal prima volgen. Dat is prettig want ik merk regelmatig dat woorden geven aan wensen en gevoelens het beste lukt in de moedertaal. Met spreken beperk ik me tot Nederlands of Fries en daarom ben ik enorm blij met fijne samenwerkingspartners zoals Attie om me heen. Sprekers die bijvoorbeeld het Stallingwarfs of Drents perfect beheersen. Meedenken in een zoektocht naar een gedicht of muziekstuk in streektaal of dialect is hen ook nooit teveel gevraagd.
Zo zorgen we samen voor die kenmerkende bijdrage aan het afscheid. Het krijgt de persoonlijke tint en eigenheid die iemand verdient. Volgens mij zou je dan best mogen zeggen: ‘het past als een jas’. Of liever: ‘et past as een jasse’ of ‘it past as in jas’…..?