Net op het moment dat ik mijn schoenen aantrek om een frisse neus te halen gaat mijn telefoon. De vrouw die me belt vertelt me dat haar oom net is overleden. We spreken af dat ik naar haar toe kom. Mijn wandelschoenen verruil ik voor een ander paar schoenen, en ik vertrek.
Carolien haar oom Jan woont in een beschermde woonvorm voor mensen met een verstandelijke beperking. Daar ontmoeten we elkaar en nemen we de tijd nader kennis te maken. Oom Jan heeft zijn ouders overleefd en naast zijn nichtje Carolien zijn er niet zoveel mensen meer om hem heen. Carolien heeft aangegeven dat ze mij graag wil ondersteunen bij het verzorgen van oom Jan.
Zijn kleding hangt al klaar op zijn kamer. Het is zijn mooie pak, want bij speciale gelegenheden hoort een pak alsdus oom Jan. De donkerrode vlinderstrik springt in het oog. Zonder dat vond oom Jan het niet af vertelt Carolien met een verterende lach. Samen wassen we hem en trekken hem zijn mooie pak aan. Vanzelfsprekend maken we het af met de mooie vlinderstrik.
Later op de dag wordt oom Jan uitgezwaaid door zijn medebewoners. Vlak daarvoor hebben ze één voor één een mooie bloem op zijn kist gelegd.
Vijf dagen later is het afscheid in kleine kring. Carolien, haar man en haar twee kinderen zijn aanwezig. Met z’n vieren staan ze rondom oom Jan. De woorden van Carolien zijn liefdevol, ontroerend en indrukwekkend. Ze vertelt haar kinderen dat ze van de lessen die ze leerde, de meest wijze leerde van oom Jan. Hij genoot oprecht van de aandacht van andere mensen, van schilderen, muziek en je mooi aankleden voor een speciaal moment. Door gewoon te zijn wie hij was leerde hij Carolien om zonder oordeel van anderen te houden en geluk te zien in hele kleine dingen.